
De Bayon Net als gisteren arriveer ik per fiets de grenspost van Angkor om 5.45u, ik zal nog 25minuten nodig hebben om uiteindelijk de wereldberoemde Bayon tempel te bereiken. Net voor de aankomst word ik bijna aangevallen door enkele agressieve apen maar door mijn vermoedelijk afstandelijk en ongeïnteresseerd gedrag besluiten ze uiteindelijk voor het hazenpad te kiezen wat voor grote opluchting zorgt.


De wereldberoemde Bayon, moeilijk te omschrijven; een woud van reuze hoofden die in alle richtingen kijken, een massieve rots bedekt met tweehonderd gezichten met angstaanjagende ogen en een mysterieuze glimlach. De totale hoogte 43 meter. Overal ongeëvenaarde en onvoorstelbaar intact gebleven bas-reliëfs. Een onwaarschijnlijke doolhof van torens, trappen, terrassen en gangen.
Op de top van de tempel sta ik moederziel alleen te staren naar de opkomende zon, gekko’s vluchten weg van het licht, tropische vogels en wondermooie vlinders houden mij gezelschap, de monumentale gezichten lijken mij overal te achtervolgen, dit is puur magie.Bijna 3 uur ben ik alleen, toch op een monnik en een paar spelende kinderen na.
Als tegen 09.00 uur het magische ochtendlicht plaats maakt voor troebelachtige schemeringen worden de eerste bustoeristen afgedropt, 'de bompa's lawijt en de tantes schetters' komen op de Bayon afgevlogen als parasieten, dus maak ik me snel uit de voeten.
De Baphuon tempel Een wandeling door de jungle van 20 minuten brengt mij aan de voet van de Bahuon tempel uit de 11de eeuw. Mijn verbazing is groot dat enkele honderden restaurateurs dit gigantisch bouwsel aan het restaureren zijn. Dit wordt wellicht een pareltje.
Het olifantenterras Een terras van 350 meter uit de 13de eeuw met afbeeldingen van olifanten en weergaloos mooie bas-reliëfs daar tegenover 12 torens uit de 12de eeuw.

Rond 11.30u wordt het mij overal te druk en het kwik is ondertussen gestegen tot 36°. Op mijn duizendste gemak fiets ik terug naar mijn hotel.
Phnom Bakheng Omstreeks 16u30 fiets ik terug naar Angkor voor de zonsondergang die ik ditmaal wil beleven op de tempelheuvel: Phnom Bakheng.Via een erg steil rotspad dat overgaat in erg steile en gevaarlijke trappen bereik ik de top van de natuurlijke tempelheuvel.
Terug aangekomen in het hotel maak ik me klaar voor het avondmaal. Zoals eerder vermeld is de douche vervangen door een mandi (een gigantische kruik met schep), het valt op hoe zijdezacht het water aanvoelt. Het water mag dan wel koud zijn toch is deze vorm van douche heel aangenaam.