
29/01/05
dag 81
Naar de centrale hoogvlakte
De bus doet 8uur over het traject Saigoin/Dalat. Het is wringen om in de bus te geraken en alhoewel ik een plekje heb gereserveerd zitten we als bakharingen op elkander. De chauffeur neemt constant een loopje met de verkeersregels wat daardoor een zenuwslopende tocht wordt.
Dalat ligt op een hoogte van 1500m in een keteldal van heuvels en naaldbomen. Het weer is zalig: 26 graden en een blauwe hemel. Met 160.000 inwoners is het een relatief kleine stad met weinig verkeer en als gevolg zuivere lucht wat na Hanoi en Saigon toch wel welkom is. Wat ook opvalt is dat de men hier niet opdringerig is en ook dat is mooi meegenomen.
Het trung Cang minihotel is niet ver gelegen van het meer en op een worp van het bedrijvige stadsleven. Het is een eenvoudig maar kraaknet hotelletje met voldoende comfort.
In de namiddag doe ik een wandeling langs het meer en bezoek het Dalat Palace, een schitterend koloniaals gebouw daterend uit 1905 waar nu een Sofitel is in ondergebracht.
Als afsluiter bezoek ik de openbare markt en de omliggende straatjes. Het gebouw zelf is niet veel soeps maar het bedrijfsleven daarentegen is een lust voor het oog. Dit moet al zowat de kleurrijkste markt zijn die ik in Zuidoost Azië al heb bezocht. Ik kijk al reikhalzend uit naar de komende dagen want ik voel dat Dalat nog heel veel in petto heeft.


30/01/05
dag 82
Voor vandaag en morgen neem ik een privé gids met motor, eenvoudig om de streek te verkennen. Mijn gids heet Whie, spreekt perfect Engels en al snel blijkt dat hij ook een uitstekende gids is.
De rit door de bergen is weer fenomenaal. Enorme dennenbossen wisselen zich af met groenteakkers, alles groeit en bloeit hier. 80% van de groenten/fruit en bloementeelt zijn voor export. We rijden dwars door bloemenvelden van gladiolen, lelies en chrysanten, echt magnifiek. We bezoeken spectaculaire watervallen en een struisvogelboerderij.



Ik bezoek Chicken villages, een klein minority dorpje 25 km buiten Dalat, deze minderheden zijn oorspronkelijk uit Indonesië en zijn protestant, Whie verteld me dat deze minderheden onafhankelijkheid willen en hebben met andere minderheden vorig jaar voor kleine relletjes gezorgd, de communistische partij heeft enkele honderden relschoppers vermoord en ook de protestantse kerk vernield, volgens Whie is de communistische hernieuwing slechts schijn en gebeuren er nog verschrikkelijk dingen die de internationale pers en zelfs de nationale pers nooit halen.
Na de lunch bezoek ik het zomerpaleis van de laatste koning van Vietnam. Een enorme art-deco villa ontworpen door Le Corbusier. Na zijn ballingschap is er in het paleis niets veranderd, over deze 'puppet king' wordt nogal lachwekkend gedaan en dat blijkt ook binnenin het paleis waar zowat alles mag, zo kan ik aan zijn oorspronkelijk bureau gaan zitten en de telefoon opnemen of mij op zijn bed smijten.
Op de terug weg bezoek ik nog het Hang Nga hotel of het Crazy house. Een krankzinnig hotel dat eruit ziet als een holle boom met binnenin verschillende thema kamers die eruit zien als een attractie van Disneyland. Whie verteld me dat deze eigenaar en architect de dochter is van de rechterarm van Ho Tsji Minh, oud-president van Vietnam en dat ze dit hotel heeft gebouwd met het smeergeld van haar vader.
31/01/05
dag 83
Vandaag de beklimming van de Lang Biang-berg, de hoogste berg van de provincie,
2163 hoog. Om 07.00 uur zijn we aan de voet van de berg met een rugzak gevuld met drank en proviand. Het is weer een fantastische dag, 24 graden, blauwe hemel en windstil, een heel stuk beter dan mijn trektocht in Sapa.De berg is begroeid met duizenden imposante dennenbomen. Gelukkig is het geen groepstrekking want al na een uur ben ik bekaf, Whie mijn gids heeft blijkbaar ook problemen met de klim en is niet rouwig dat ik om de 100m even rust. Na 3.5 uur zijn we op de top van de Lang Biang. De ongewone zuivere lucht zorgt ervoor dat het zicht reikt tot aan de Chinese zee.
Na de afdaling bezoek ik een Lat dorp waar ik hartelijk word uitgenodigd bij het dorpshoofd. Hij praat aan één stuk door over de geschiedenis van zijn dorp en zijn familie. Één klein probleempje, hij spreekt een soort Engels dat nergens op lijkt.
Gelukkig word ik rijkelijk verwend met rijstwijn en waterpijp zodat dit gesprek toch nog te harden is. Langzaam begin ik net als het dorpshoofd lichtjes te hallucineren. Na enkele uren omhelzen we elkaar en verlaat ik de hut zo stoned als een kruk.

%2520Pass2_b.jpg)

